Spring naar hoofdinhoud Spring naar hoofdnavigatie

RaPoDi.nl

Verhalen voor ieder kind

RaPoDi.nl

Gevaarlijk spel

Het is dinsdagmiddag. De school is uit. Luuk heeft met zijn vriend afgesproken. Zijn zus Lieke pakt haar fiets en gaat naar huis. Ze heeft vandaag niet met vriendinnen afgesproken.
De jongens lopen naar Hans zijn huis. Daar drinken ze een glas cola en eten ze een Mars. Ze kletsen wat. Na een kwartiertje gaan ze naar de slaapkamer van Hans. Hier staat een computer. Deze wordt aangezet.
De ouders van Hans zijn allebei naar hun werk.
Luuk zegt: "Zullen we gaan gamen?"
Hans antwoordt: "Goed idee!"
Het spel wordt opgestart. Op het scherm verschijnt een racebaan. Fanatiek gaan de auto's van start. De makkers gaan helemaal in hun bezigheid op.
Voordat ze er erg in hebben, is het zes uur. Ze horen een auto het pad op komen. Het is Bob, de pa van Hans. Zodra hij thuis is, zet hij het eten op het vuur.
Moeder Barbara komt pas om acht uur uit haar werk.
Als het half zeven is, roept Bob: "Hans, kom je eten?".
De jongens zijn zo in hun spel verdiept, dat ze hem niet horen roepen. Na tien minuten komt vader boven. Hij tikt op de deur. De kameraden schrikken van het plotselinge geklop.
Luuk kijkt op zijn horloge en ziet dat het al lang etenstijd is. Bob vraagt: "Hé, blijf je mee eten? Er is genoeg."
"Ja, leuk. Dat doe ik." Hij stuurt een e-mail naar zijn ouders, dat hij bij Hans blijft eten.
Met zijn drieën gaan zij aan tafel. Er is gebraden kip, wokgroente en patat.
"Mmm ... heerlijk!" zegt Luuk.
Met zijn allen zitten ze te smullen. De jongens vertellen elkaar sterke verhalen. Vader is in gedachten. Hij moet nog een toespraak voorbereiden voor morgen. Als ze klaar zijn, gaat de vaat in de machine.
Hans zegt: "Zullen we gaan voetballen?"
"Goed idee."
Ze gaan naar het veldje. Hier aangekomen, zien ze nog meer vrienden. De hele groep heeft wel zin in een partijtje voetbal.
Na een tijdje worden de jongens steeds fanatieker. Koos is niet zo snel en speelt nogal grof. Als Luuk met de bal langs hem loopt, trapt Koos hem expres onderuit. Luuk blijft op de grond liggen. Hij schreeuwt: "Au, au!" De jongen heeft erg veel pijn.
Alle makkers staan nu om hem heen. Hij kan zelf niet meer overeind komen. Koos roept: "Stel je niet zo aan! Je kan makkelijk lopen. Ik raakte je amper."
Allemaal kijken ze boos naar Koos en roepen: "Maak dat je weg komt! Je weet dat Luuk niet zo maar op de grond gaat liggen. Wegwezen, anders zullen we jou eens onderuit schoppen."
Ondertussen lopen de tranen over Luuk zijn wangen, zoveel pijn heeft hij.
Hans belt naar het huis van Luuk. Daar neemt Lieke op: "Ja, met Lieke."
"Hoi, met Hans. Koos heeft je broer onderuit getrapt tijdens het voetballen. Hij heeft ontzettend veel pijn en kan niet meer lopen."
"Er is altijd wat, als die jongen meedoet. Moet hij weer zo nodig een leuke avond verpesten!"
"Kan één van je ouders zo snel mogelijk komen?"
"Pap en mam zijn er nog niet. Pap komt over een kwartiertje."
"Wil je hem bellen en vragen of hij naar het veldje kan komen en of hij dan met Luuk naar de dokter wil gaan."
"Ik ga nu bellen." Ze probeert haar pa te bellen, maar die neemt niet op.
Na een kwartier staat vader Bert voor de deur. Lieke loopt meteen naar buiten. Bert ziet meteen dat er iets niet in orde is.
Lieke vertelt hem het hele verhaal.
Vader antwoordt: "Blijf jij thuis en wacht op mam. Ik ga nu naar Luuk en met hem naar de dokter." Hij stapt weer in zijn auto en gaat snel naar de jongens.
Luuk ziet wit van de pijn. Koos is inmiddels verdwenen.
Bert loopt naar zijn zoon en vraagt: "Jongen toch. Waar heb je pijn?"
"Mijn enkel."
Pa tilt hem op en draagt hem naar de wagen. Hans gaat ook mee, ze zijn toch boezemvrienden. De rest blijft beteuterd achter.
Omdat het al avond is, besluit Bert om meteen naar het ziekenhuis te rijden. Hier wordt de jongen in een rolstoel gezet. Hans blijft bij hem en pa zet de auto weg.
Ondertussen komt moeder Bianca thuis. Lieke vertelt haar wat er gebeurd is. Bianca besluit meteen vader te bellen. "Waar ben je nu? Hoe is het met Luuk"
"Ik loop net terug naar het hospitaal. Hans is bij Luuk. De jongen heeft veel pijn aan zijn enkel. Wil jij voor het eten zorgen?"
Als pa weer bij de jongens is, kan Luuk door voor de foto's. De enkel is op twee plaatsen gebroken. Hij wordt meteen gegipst. Luuk mag er de eerste drie weken beslist niet op staan.
"Wel verdorie. Nu hebben we straks een belangrijk toernooi en dan kan ik niet eens mee doen! Ik baal als een stekker!"
Ook Hans kijkt sip, nu ze straks hun beste speler moeten missen.
Vader en de boys vertrekken weer richting de auto. Luuk steunt op zijn vriend en zijn pa. Hij heeft nog steeds veel pijn.
Als ze het huis naderen, komt Bianca al naar buiten. Ze helpen de jongen naar binnen. Daar gaat hij op de bank zitten met een stoel onder zijn been. Zo kan hij toch televisie kijken en krijgt zijn enkel rust.
"Ha, eindelijk. Ik heb nu echt wel honger." zegt vader.
Moeder vraagt: "Hans, wil jij nog een uurtje blijven? Ik wil nog graag even tennissen."
"Geen probleem."
Hans gaat naast zijn maat zitten en samen kijken ze een leuke film.

Na twee weken komt Koos langs: "Sorry, dat ik je zo hard getackeld heb. Ik vind het moeilijk dat ik niet zo goed kan voetballen. Ik wil net zo goed als jou zijn."
Luuk antwoordt: "Ik begrijp dat je dit moeilijk vindt. Maar dat is niet zo belangrijk. Het is juist fijn om samen te spelen!"
De knapen kijken elkaar aan en besluiten om vooral plezier te hebben in het spel.
Na drie maanden is de enkel van Luuk weer helemaal genezen en staat hij weer op het voetbalveld met zijn vrienden.
Koos heeft van zijn actie geleerd en nu hij plezier heeft in het balletje trappen, speelt hij ook een stuk soepeler.
Door het vervelende gebeuren is er toch een band ontstaan tussen Luuk en Koos. Ze zijn nu goede vrienden.

Terug naar boven

Met de deel-knop van uw browser, of met onderstaande koppelingen deelt u deze pagina via sociale media of e-mail.